Interview with Myra de Rooy

How to become part of the mountains and it’s people

Last year I was living a comfy life when one day my love Lisa noticed a bump in my neck, hidden under my beard. It was a golf ball sized tumor. Luckily benign, but It had to be surgically removed. So I found myself four days in the hospital. It made me think about life, about my life.

Then I read the following sentence in Myra’s latest book, about her amazing solo journey in Norway:

“Everyone who has the opportunity, should make a long wilderness journey sometime in their lifetime. You learn more from it than from reading a thousand books.”

This truly moved me. A seed was planted. I reached out to Myra for an interview and was really happy when she came to my Amsterdam home for a deep conversation about wilderness’ lessons and her passion for mountains.

Myra fell in love with mountains at an early age. Maybe it already started when her pregnant mother climbed a high mountain in Austria. The study geology took her to the remote Norwegian wilderness where she mapped a mountainous terrain in solitude. She was part of the first Dutch women expedition climbing in Nepal. Her open attitude paved the way for special friendships with mountain people.

Myra doesn’t walk through the wilderness, focusing solely on the end goal. She walks in the mountains, fully using her senses. Looking to see, listening to hear, she becomes part of the landscape and it’s people. It’s not about the destination, it’s the journey that counts is what she learned. This way, the voyage continues even after it ends.

Her journeys in the wilderness taught her that experiences are more valuable then possessions. That hardships make you humble and strong. That a cold hostile environment makes it’s people warm, hospitable and caring for strangers. And when you’re vulnerable, they will not only open their house, but also open their heart for you. Even though being alone is valuable, being loved is priceless.

I invite you to listen to our full conversation or read the full interview. (Both are in Dutch so apologies if you don’t master this language.)

De wildernislessen en bergliefde van Myra de Rooy

Myra de Rooy voelt zich thuis in de bergen. Ze heeft haar hart verloren aan de Himalaya en de bergen van Noorwegen. Ze schreef vijf boeken over haar fantastische avonturen en haar bijzondere ontmoetingen met de bergbewoners.

In het prachtige boek ‘In de lengte’, over haar solotocht van drieduizend kilometer door de Noorse wildernis, las ik de zin: “Iedereen die de mogelijkheid heeft, zou ergens in het leven een lange wildernisreis moeten maken. Daar leer je meer van dan door duizend boeken te lezen’.

Deze zin raakte me diep van binnen. Myra plantte zo het zaadje waaruit mijn plan groeide om de Pacific Crest Trail te lopen. Ik sprak met haar over haar liefde voor de bergen en waarom bergbewoners verschillen van plattelanders. Over hoe je IN een landschap kan lopen in plaats van er DOOR. Myra vertelt hoe je met je zintuigen speciale herinneringen maakt. Aan het einde van haar reis haalt ze alle slaapplaatsen van de tocht voor haar netvlies. En rijgt ze als een kralensnoer aan elkaar, om mee naar huis te nemen. Dan gaat de reis door.

Meer informatie over Myra op www.myraderooy.nl

Hoe kwam je op het idee om de tocht ‘Noorwegen in de Lengte’ te maken?

Myra: De kiem is al lang geleden gezaaid. Mijn vader is als student op de fiets in 1949 al naar Noorwegen gegaan maar heeft ook mij en mijn zusje als kind meegenomen naar Noorwegen. Je mag daar overal wild kamperen dus dan leer je al om in de natuur te zijn, in riviertjes dammen te bouwen, te spelen.

En ik ben er als student geologie heen gegaan om veldwerk te doen. Ik moest een gebied van vijfenzestig vierkante kilometers, zonder weg of pad, karteren en de geologische geschiedenis bepalen. Daarna ben ik vaker teruggegaan om trektochten te maken en ben ik verliefd geworden op het land.

Mijn grote liefde is de Himalaya en Tibet, maar Noorwegen is een goede tweede.

Ik weet niet precies wanneer ik over deze tocht hoorde, maar waarom ik deze tocht ook wilde maken was omdat ik zestig werd in 2017 en geen zin had om het te vieren. Ik wilde een surprise party vermijden.

Vind je het dapper om zo’n complexe tocht te maken?

Myra: Dat klinkt dapper, maar ik ben jong begonnen met wandelen en klimmen in de bergen. Ik heb ook veel klimcursussen gevolgd, reizen begeleid bij een reisbureau. Ik zou niet tegen iedereen zeggen: ga maar hartje winter met een slee van dertig kilo achter je aan deze tocht maken. Je moet getraind zijn, je moet weten waar je aan begint.

Ik ben ervaren maar ik ben ook een keer in de Alpen gevallen met ijsklimmen, toen ben ik vierhonderd meter naar beneden gekukeld en heb ik mijn enkel gebroken. In het ziekenhuis lag er iemand naast me, die was op de stoep gestruikeld en die had ook een gebroken enkel.

Zo zie je maar dat er dus overal iets kan gebeuren. Ja, je kunt natuurlijk op de bank blijven zitten en dan gebeurt er niets. Dat is ook zo. Maar dan gebeurt er ook niets!

Mijn ervaring is dat het waardevol is om tochten te maken, de natuur in, maar dan vooral in de bergen, dat is mijn habitat, dat is waar ik me thuis voel.

Wat spreekt je zo aan van de bergen, waarom hebben ze je hart gestolen?

Myra: Dat is apart, je hebt ook mensen die helemaal weg zijn van de zee of juist van de woestijn. Maar voor mij voelen de bergen als thuiskomen. Ik weet maar al te goed -ook doordat vrienden van me zijn omgekomen in de bergen- dat het een landschap is dat hard kan zijn, dat vijandig kan zijn.

Maar voor mij is het een plek die aan de andere kant juist geborgen voelt. Het is een plek die me energie geeft, die me voedt, met heel veel schoonheid. Het is misschien ook leuk dat je moeite moet doen om er te komen. Maar het gaat voor mij niet om het presteren.

Na de eerste Nederlandse vrouwenexpeditie in 1988 naar de hoge oost top van de Chamlang in Nepal, vroegen mensen mij ook of het bereiken van de top het hoogtepunt was. Nee dus. Het was de weg er naar toe, de saamhorigheid, dat was voor mij het hoogtepunt.

Het zijn niet alleen de bergen maar ook absoluut de bergbewoners die voor mij er deel van uitmaken waardoor ik me er thuis voel en er zo van hou.

Hoe onderscheiden bergbewoners zich van plattelanders?

Myra: Misschien omdat er in de bergwereld veel is wat je niet in de hand hebt, waar je je niet op kan voorbereiden. Het weer kan omslaan. Er kunnen stenen naar beneden vallen. Je kunt ook in de zomer een sneeuwbui krijgen.

Ook de bewoners ervaren dat. Daarom is er veel gastvrijheid. Als je ergens aanklopt, dan ben je altijd welkom. Dat is denk ik omdat de bewoners weten dat ze in dezelfde situatie terecht kunnen komen. En dat ze dan ook onderkomen moeten zoeken. Dat kan een nomadentent zijn. Of een afgelegen klooster.

Dat merkte ik ook in Noorwegen, ik werd voortdurend bij mensen thuis uitgenodigd. Heel gastvrij.

Misschien is het in de woestijn ook wel zo. In een mensonvriendelijke omgeving zijn mensen denk ik eerder geneigd om een band te leggen met de medemens en om elkaar zo te helpen.

Van een mensonvriendelijke omgeving worden mensen dus vriendelijk en behulpzaam?

Myra: je kunt het doortrekken naar oorlogssituaties: als er een bedreiging is, worden mensen solidair. Dat is blijkbaar een universele eigenschap, dat gaat boven de ratio.

Peter Paul: Rutger Bregman trekt in het boek ‘De meeste mensen deugen’ dezelfde conclusie. Als ik hier in gesprekken met vrienden en bekenden aan refereer, dan ontmoet ik veel weerstand. Een slecht mensbeeld is nog gemeengoed blijkbaar.

Terwijl bijvoorbeeld bij de aanslag op de Twin Tower ook die behulpzaamheid bleek: mensen bleven in het trappenhuis zelfs zitten bij medemensen die door zwaarlijvigheid de trap niet af konden. Ze wilden ze niet alleen laten, hielden ze gezelschap tot het einde en stierven zelf dus ook.

Myra: In principe is iedereen goed, maar je moet natuurlijk wel blijven opletten zonder achterdochtig te zijn. Want wat je uitstraalt, krijg je ook terug. Ik maakte een keer een reis in de Himalaya met een kennis die de bergbewoners niet vertrouwde, en ik merkte dat de bewoners haar vervolgens ook met achterdocht benaderden. Er is een soort wisselwerking tussen mensen.

Wildernis verscherpt je zintuigen

Als je in de natuur bent, ga je je zintuigen beter gebruiken. Je ruikt meer, je hoort meer, je ziet meer. Zeker als je alleen reist. Misschien dat je daardoor mensen beter kan aanvoelen.

En als je in de natuur bent, realiseer je je dat we maar héél klein zijn, maar dat we wel deel uitmaken van dat grotere geheel. Op zich zijn bergbewoners niet anders of beter dan wij. Ze hebben wel een meer persoonlijke band met de omgeving. Misschien omdat hun zintuigen scherper zijn geworden.

De kracht van een wildernisreis

Peter Paul: In je boek las ik de volgende zin: “Iedereen die de mogelijkheid heeft, zou een wildernis reis moeten maken. Daar leer je meer van dan van het lezen van duizend boeken.” Deze zin was een katalysator voor mij. Ik las het toen ik net uit het ziekenhuis kwam omdat een goedaardige tumor moest worden verwijderd. Het raakte een snaar diep van binnen. Wat bedoel je er mee?

Myra: Als ik in de bergen ben, word ik niet afgeleid door het dagelijkse leven. Er is geen mobiel bereik. Ik hoef niet constant te werken.

Ik kan me overigens voorstellen dat als je van dag tot dag leeft om te zorgen dat er brood op de plank is, dat je dan die behoefte niet hebt. Het is wel een luxe natuurlijk om zo’n reis te kunnen maken.

Door een wildernisreis realiseer je: Mensen maken zich zo druk om dingen. Natuurlijk, er is onrecht in de wereld, oorlog waar we ons terecht druk om maken. Maar we maken ons vaak ook onnodig druk. Dat is verspilde energie!

Ik zie het als rijkdom dat ik water kan opscheppen en drinken uit een rivier in Noorwegen. Ik hoef geen auto of sieraden. Het verzamelen van ervaringen is belangrijker dan het verzamelen van dingen. Dat leerde ik van de natuur.

De wildernis leert me ook dingen over mezelf. Het is leuk om te ontdekken dat ik dit kan, dat ik sterk genoeg ben om het te doen. Vaak denk ik dat ik niet eens weet wat ik allemaal leer, het is deels ook onbewust.

Dagboek als maatje

Ik houd wel een dagboek bij, dat is echt een maatje, een vriend. Daar orden ik dingen in op een goede manier, die ik in mijn hoofd minder goed kan ordenen.

Mijn hand gaat schrijven, haast onafhankelijk van wat er in mijn hoofd gebeurt. Het is ook van je afschrijven.

Dat merkte ik ook toen ik geologisch veldwerk deed. Ik ben er twee zomers geweest. Er was geen weg, geen pad. Ik zag dan tien dagen geen mensen. Ik realiseerde me toen dat ik mensen nodig heb. Voor reflectie, om lief te hebben.

Je kunt alleen liefhebben, door dingen te delen. Dat heb ik toen geleerd. Contact leggen is nodig maar dan moet je je gevoelens delen. Je moet je kwetsbaar opstellen.

Het langste dat ik alleen ben geweest tijdens mijn tocht, was drie weken. Ik heb toen geen mensen gemist, er gebeurde zoveel. Ik was blij dat ik geen mensen bij me had zonder ervaring want het was moeilijk. Ik hoefde in ieder geval niet op te letten op de veiligheid van anderen.

Heilige stenen en het lezen van het landschap

Ik heb meerdere tochten gemaakt over de bevroren Zanskar rivier in Ladakh. Ik was de reisbegeleider maar lokale mensen waren de reisleider. Die spreken de taal van het ijs, die weten waar warme bronnen zijn waardoor je het ijs niet kunt vertrouwen.

Ik reis graag met lokale gidsen, zij lezen het landschap anders dan dat ik het lees. Een grote rots pilaar is misschien een beschermer. Er leven volgens de bergbewoner beschermers in de bergen, er zijn heilige meren. Ik kom als voorbijganger langs en kijk met andere ogen.

Als je alleen bent, dan kun je je ervaringen niet delen. Ik was bijvoorbeeld in Jotunheimen vlak bij de meest gefotografeerde plek in Noorwegen, daar staat een steen, een soort menhir. Ik ben er eerder geweest en ik had een klik met die steen. Ik ben extra vroeg opgestaan om er alleen te kunnen zijn. De opgaande zon kleurde de steen en er was een regenboog. Magisch.

Aan het einde van mijn tocht vond ik een geplooide steen, die lijkt alsof een gans over een berg vliegt met daarboven een wolk en de zon. Je kunt je niet voorstellen dat dat beeld in een steen kan zitten. Onder grote druk diep in de aarde is de steen vloeibaar geworden en heeft deze vorm aangenomen.

Ook volgens de Sami zijn er heilige bergen. Ik weet niet hoe het komt, maar er zijn plekken waar je voelt dat er iets in de lucht hangt. Het kan zijn doordat er heel veel mensen met een bepaalde intentie naar toe zijn gegaan, zoals naar de Kailash, de heiligste berg van Tibet.

Mijn ouders gingen tot op hoge leeftijd vaak met een busje op reis. Ze sliepen een nacht in België op een plek waar ze zich niet prettig voelden. Toen bleek later dat dat een slagveld was tijdens de eerste Wereldoorlog.

Misschien dat er iets van negatieve of juist positieve energie kan blijven hangen op een plek. Maar er zijn ook veel heilige plekken waarvan je kan zien dat ze bijzonder zijn, hele raar gevormde stenen, of een berg met een bijzondere vorm.

Het kan ook zijn dat mensen bepaalde bergen of stenen als heilig ervaren omdat het allemaal veel groter is. En je moet ook houvast hebben. Maar het zijn wel vaak bijzondere plekken waar heilige bergen of stenen zich bevinden.

Er is verschil tussen kijken en zien, luisteren en horen

Peter Paul: Daar zit misschien ook een les verscholen? Je zintuigen gaan open in de natuur. Daardoor voel, vind of zie je op een gegeven moment een bijzondere steen. Mooi dat je dan wel een foto kan maken als je alleen bent, je kunt het immers niet delen.

Myra: Als je met z’n tweeën bent, ervaar je het allemaal anders. Als je tien mensen een fototoestel in handen geeft, en je laat ze allemaal hetzelfde fotograferen, dan krijg je tien verschillende foto’s. Misschien komt dat doordat iedereen zijn eigen geschiedenis meeneemt. Ieder kijkt daardoor op zijn eigen manier. En ziet daardoor andere dingen.

Ik vind het verschil tussen kijken en zien belangrijk. Als je iets ziet, dan ga je dieper. Net als het verschil tussen luisteren en horen. Er zijn verschillen. Je zintuigen worden scherper. Als je goed kijkt, kun je meer zien. Als je goed luistert, kun je meer horen.

Loop liever IN een landschap dan DOOR een landschap

Dat beschrijf ik ook in mijn boek. Je kunt DOOR een landschap lopen, met een doel, ergens naar toe. Maar je kunt ook IN een landschap lopen. Dan is het meer een bol, dan zie je je voeten, je ziet wat er naast het pad is, je ziet in de lucht een vogel vliegen.

Peter Paul: Mijn ervaring is dat veel wandelaars door een landschap lopen. Toen ik bijvoorbeeld in Peru in het Andes hooggebergte naar de Machu Pichu liep met een groep, viel me op dat veel medewandelaars vooral bezig waren om met elkaar te praten en met het einddoel. Ze leken het moment vaak niet echt te beleven.

Myra: ik heb dat ook tijdens mijn Noorwegen tocht zo ervaren. Een vriendin liep een stukje mee. Toen ontdekte ik het voor het eerst. ik vroeg dan bijvoorbeeld: “heb je die mooie plooien in het gesteente gezien?” En dan had ze die niet gezien.

Ik denk wel ik dat ik het altijd al deed, meer in mijn omgeving zijn. Misschien dat ik tijdens mijn geologie opleiding al leerde om goed te kijken.

Maar er is ook geen goed of fout. Misschien heb je soms juist nodig dat je doorloopt en naar je doel gaat. Maar je krijgt dan wel minder lessen van de wildernis.

Dichotome maatschappij verhindert het ervaren van processen

PP: Ik denk dat we leven in een te doelgerichte, dichotome maatschappij. Je gaat naar een doel toe, en vervolgens heb je het bereikt. Je volgt een opleiding en je krijgt een diploma.

Ook liefdesrelaties zijn in onze samenleving dichotoom: het is aan of het is uit. Eigenlijk is dat heel onnatuurlijk. Want wanneer is het aan, en wanneer is het uit? Het is eerder zo dat een relatie groeit, en na een hoogtepunt weer in kracht afneemt.

In de natuur, gaat het altijd om processen. De rivier stroomt, panta rhei, je kunt niet twee keer in dezelfde rivier stappen.

Myra: misschien heb je ook wel seizoenen in relaties: lente, zomer, herfst en dan de winter.

Peter Paul: Ik denk ook dat mensen soms per ongeluk een relatie te vroeg beëindigen, want na de winter wordt het vanzelf weer lente.

Versterk je band met de natuur door de schoonheid bewust te ervaren

Peter Paul: Ik bestudeerde hoe de band van mensen met de natuur psychologisch in elkaar zit. Een sterke band blijkt veel positieve effecten te hebben op de mentale en fysieke gezondheid. Het gaat daarbij vooral om de vraag in hoeverre je jezelf ziet als onderdeel van de natuur. Het is een continuüm met als uitersten dat je jezelf als één zien met de natuur of juist volledig als buitenstaander.
Uit psychologisch onderzoek blijkt dat je de band met de natuur werkt als een spier, door specifiek gedrag kun je de band versterken. Dat kan bijvoorbeeld door de schoonheid van de natuur bewust, met al je aandacht, te ervaren met je zintuigen. En daar de rust voor te nemen. Als je daar nog emotie aan toevoegt, versterkt dat het proces. Zoals kijken naar jouw mooie steen en voelen hoe bijzonder die is.

Myra: het grootste geschenk wat je kunt geven aan kinderen is om ze te leren houden van de natuur en er voor te zorgen dat ze zich er thuis voelen. Ik geef mijn moeder ook altijd de schuld dat ik zo van bergen hou want ze was zwanger van me toen ze een hele hoge berg beklom in Oostenrijk. Er zijn natuurlijk ook andere manieren om jezelf te voeden dan natuur, je kunt ook energie krijgen van muziek.
Wat zou je me nog wat willen meegeven voor mijn tocht op de Pacific Crest Trail?

Houd een dagboek bij

Ik zou een dagboek bijhouden. Je moet daar de tijd voor nemen. Een valkuil is dat je bijzondere mensen ontmoet, samen rond het kampvuur zit en dan gaat slapen. De volgende dag kom je weer op een mooie plek en doe je dat weer. Voor je het weet, verstrijken de weken.

Ik zou in ieder geval een paar steekwoorden opschrijven elke dag. Het is namelijk ook verwerken, je onthoudt het beter door het op te schrijven, je maakt het nog een keer mee. Schrijven helpt tegen Het Grote Vergeten.

Maak een kralensnoer van je herinneringen

Ik eindig mijn boek bij de Barentszee omdat ik niet verder kan lopen. En ik zeg dan: “Deze reis heeft me verder gebracht dan waar ik ben gestopt.”

Het heeft me veel gebracht door de bijzondere ontmoetingen, door de schoonheid die ik zag, door de ervaringen. Dat zijn kralen die ik aan elkaar rijg. Die neem ik met me mee. Toen ik de laatste nacht in mijn tentje doorbracht, heb ik alle honderddrieënzestig slaapplaatsen voor mijn netvlies gehaald. En als een kralensnoer aan elkaar gerijgd.

Het gaat om de reis, die je maakt voor jezelf, niet om de bestemming

Ik wens je ook dat je af en toe een zijweg in kan slaan. Ik hou er van om kronkelwegen te volgen. Als het heel mooi is, blijf dan wat langer dan gepland. Ook al heb je reisgidsen, het blijft je eigen, het is jou unieke ervaring.

Je maakt de reis voor jezelf. Dat is mijn belangrijkste advies. Dat raad ik iedereen aan. Doe het niet om iets te bewijzen. In deze wereld van de selfies gaat het vaak meer om te laten zien waar je bent, zodat iedereen weet wat je doet, dan om de eigen beleving van de reis.

Ik had ook vaak geen bereik met mijn mobiel. Dat is ook rijkdom. Tijdens mijn eerste reis naar Nepal in 1986 heb ik mijn ouders een paar keer gebeld en ik kreeg een paar keer post restante. Als ik was verdwenen, had geen mens geweten waar ik was. Maar ook op jouw tocht over de Pacific Crest Trail kun je verdwijnen, dat gebeurt ook.

Waarom ga je op reis? Sommige mensen gaan op reis om weg te lopen voor iets, omdat ze een leven leiden dat ze niet willen of een relatie waarin ze zich niet lekker voelen. Anderen gaan een tocht beginnen om iets te bewijzen. Ik denk dat deze reizigers minder slaagkans hebben dan de reizigers die de tocht maken voor zichzelf.

Het is wel goed om een doel te stellen. Maar maak het niet heilig. Je kunt ook verdwalen of blijven hangen waar je het fijn vindt. Als je je doel bereikt, dan is dat fijn. Als het niet lukt, ook goed, dan is de tocht niet mislukt. Dan kun je nog altijd een kralensnoer rijgen van je mooie herinneringen.


Over Myra de Rooy

Myra de Rooy verblijft sinds 1986 regelmatig in Tibet, de Himalaya-regio en Scandinavië. Ze fotografeert, schrijft en geeft lezingen over haar ervaringen. Haar ontmoetingen met bergbewoners en ervaringen in de bergen leidden tot vijf boeken: Vrouwen in Boeddha’s Bergen, Reizen in Tibet, Nepal en Ladakh; Het Windpaardhuis, Levensverhalen in de schaduw van Tibet; Dochters van de bergen, Sterke vrouwen uit Iran, Ladakh, Oost Turkstan en Tibet; Chamlang, de eerste Nederlandse vrouwenexpeditie en In de lengte, 3000 km solo door de Noorse bergen.

Meer informatie: www.myraderooy.nl